top of page

Bedenking

Je hebt de vrijheid: abstractie of figuratie, fragmentatie of een zekere orde - jouw visie telt. Er zijn geen “juiste” uitkomsten, alleen beeldonderzoek.

Bedenking

Je onderzoekt hoe een beeld ontstaat door opbouw én afbraak. Je werkt met structuren — architecturaal of abstract — die je eerst vormgeeft, en vervolgens verstoort, fragmenteert of afbreekt.

Je werk balanceert tussen orde en verval, controle en loslaten. Elk beeld toont sporen van beide bewegingen: maken én breken.

Materie-tip

Gebruik middelen om delen weg te nemen of te herstructureren: scheuren, uitsnijden, krassen, overlappen.

Gebruik halftransparante verf, glacis, wash‑lagen, zodat onderliggende structuren zichtbaar blijven, zelfs als je bovenop schildert of deels wegneemt.

VRAAGSTELLING

Op welke manieren kun je jouw werkwijze opdelen in een fase van ‘opbouw’ en een fase van ‘afbraak’?
Kun je je proces bewust structureren rond deze twee bewegingen - en laten zien hoe ze elkaar beïnvloeden?

CONSTRUCTIE -
DECONSTRUCTIE

VRAAGSTELLING

Hoe kun je in een reeks beelden zowel de logica van een constructie als de sporen van verval, breuk of verstoring zichtbaar maken?
Denk bijvoorbeeld aan hoe architectuur in verval eruitziet, hoe een technische tekening na verloop van tijd versleten raakt, of hoe een rationeel raster kan barsten onder druk van expressie.

Bedenking

Probeer via dit thema echt een sfeer te creëren in je werken. Let erop dat je reeks een herkenbare "familie" vormt: een samenhangende sfeer, kleurtonen, materiaalgebruik of vormtaal. Binnen die samenhang mag elk werk variëren: het ene werk kan sterker geconstrueerd zijn, het andere meer kapotgebroken.

Tips

  • Begin in je schetsboek: laat je gedachten, woorden en beelden samenvallen. Werk op basis van een “woord‐moodboard” waarbij je linken legt tussen woorden en beelden: wat doet “constructie” bij jou denken, wat “deconstructie”? Noteer associaties, metaforen, fragmenten.

  • Vertaal deze associaties naar beeld: experimenteer met technieken die zowel opbouw als afbraak mogelijk maken.

  • Realiseer minstens drie schilderijen binnen dit thema, die samen een reeks vormen: ze delen een sfeer, hebben een visuele relatie, maar tonen variaties in de mate van constructie / deconstructie.

bottom of page